Date:May 08, 2014

Europa en klimaatbeleid: ‘We’ winnen en verliezen – Gabi Spitz & Ries Kamphof

Gabi Spitz en Ries Kamphof zijn onderzoekers bij NCDO. Recent verscheen van Gabi Spitz het rapport ‘De sociaal-economische gevolgen van klimaatverandering’. Ries Kamphof werkte mee aan een analyse van Nederlandse verkiezingsprogramma’s voor de Europese verkiezingen.

Met de Europese Unie is het net als met het Nederlands voetbalelftal. Positieve zaken schrijven we onszelf toe (‘WE hebben gewonnen’) en bij negatieve ontwikkelingen distantiëren we ons ervan (‘ZE hebben verloren’). In het geval van Europa gaat het echter niet om winst of verlies in de WK-finale, maar om vraagstukken die de welvaart en het welzijn van de Nederlandse burger direct raken.

Het Nederlandse kabinet liet al eerder zien met twee maten te meten bij de behandeling van begrotingsnormen. In Brussel werd keer op keer benadrukt dat de Zuid-Europese landen hun begrotingstekort onder de 3 procent moeten houden en dat hier streng op moest worden toegezien vanuit de Europese Commissie. Toen Nederland zelf de begrotingsnorm niet bleek te halen was Europa ineens de boeman die deze norm ook aan Nederland oplegt. De tendens om onterecht verantwoordelijkheden of fouten op de EU af te schuiven geldt niet alleen voor financiële vraagstukken, maar blijkt ook uit de Nederlandse aanpak van klimaatverandering.

Zo riep staatssecretaris Mansveld in 2013 op tot meer klimaatambitie op Europees niveau en pleitte ze voor een uitstootvermindering van ten minste 40 procent in 2030.[1] Deze ambitie wordt niet door alle politieke partijen gedeeld, zo blijkt uit een analyse van de programma’s voor de Europese verkiezingen. Dit najaar gaat een voorstel van de Europese Commissie over nieuwe klimaatdoelstellingen onder de hamer.[2] In lijn met de oproep van Mansveld, is het doel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 40% te verlagen ten opzichte van 1990. Daarnaast moet hernieuwbare energie (zonne-, waterkracht- en windenergie) in 2030 met 27% omhoog, net als de efficiëntie van energiegebruik (verbetering van 20%). Deze klimaatdoelen gaan voor D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren niet ver genoeg. Regeringspartij PvdA staat achter de doelen, terwijl de andere regeringspartij, VVD, vindt dat de plannen te ver gaan. De VVD vindt zelfs dat Europa niet te ‘ver voor de troepen hoeft uit te lopen’ als de Verenigde Staten en China niet volgen. Partijen als PVV en 50Plus hullen zich überhaupt in stilzwijgen over klimaatdoelen.[3]

Het kabinet is maatgevend voor de Nederlandse uitvoering van het Europees klimaatbeleid. In het regeerakkoord staat dat Nederland ‘inzet op een ambitieus internationaal klimaatbeleid’.[4] Hartstikke mooi, ware het niet dat in 2013 uit onderzoek van de European Environment Agency bleek dat Nederland zelf juist achterloopt op andere Europese landen als het gaat om CO2-reductie[5]. Aangezien Nederland in 2012 zelf nog grote moeite had om de CO2-uitstoot ten opzichte van 2009 met slechts 6 procent te verlagen, klinkt de roep om een uitstootvermindering van 40 procent in 2030 op EU-niveau ongeloofwaardig voor Nederland.

Dezelfde kritiek geldt op het punt van de hernieuwbare energie. De Europese Commissie heeft eerder een EU-breed target van 20 procent hernieuwbare energie in 2020 gezet. Nederland haalde bij een tussenrapportage in 2011 een hele schamele 4,3 procent.[6] In het regeerakkoord stelde het kabinet juist voor om voor een aandeel duurzame energie van 16 procent te gaan in 2020, maar dit werd al weer realistisch naar beneden gebracht naar 14 procent met het Energieakkoord[7]. Ter verduidelijking: zelfs met deze doelstellingen zit Nederland aan de onderkant van de Europese middenmoot.

De Europese Commissie twijfelt nog, maar het Europees Parlement was dit jaar al in meerderheid voorstander van een nationaal ‘bindende’ doelstelling voor 2030, niet alleen op CO2-reductie, maar ook met hernieuwbare energie.[8] Vanuit Europa komt dus dat ‘ambitieuze internationale klimaatbeleid’, niet vanuit Nederland. Sterker nog, Nederland moet ontzettend haar best doen om aan te haken bij de gemiddelde EU-lidstaat.

De politieke retoriek dat Europa het beter moet doen op het gebied van klimaatverandering, terwijl Nederland ondertussen zelf stevig achterblijft, is niet alleen oneerlijk. Het is ook schadelijk. Zoals de recente IPCC-rapporten laten zien[9], is klimaatverandering een van de grootste uitdagingen van deze tijd. De economische gevolgen zijn verstrekkend en de risico’s voor de veiligheid en voedselzekerheid van mensen overal ter wereld zijn groot. Een laaggelegen land als Nederland, dat economisch afhankelijk is van handel en ook nog eens veel voedsel importeert, is dus gebaat bij een adequate aanpak van klimaatverandering. Die aanpak blijft uit zolang politici verantwoordelijkheden afschuiven op Europa, terwijl ambitieus nationaal klimaatbeleid uitblijft.

Bovendien wordt de burger zo moedwillig verkeerd geïnformeerd. Als Europa ambitieuzer moet zijn, dan zullen we het in Nederland vast wel goed doen, is de gedachte. Sowieso, zo blijkt uit onderzoek, zijn Nederlandse burgers relatief slecht geïnformeerd over de oorzaken van klimaatverandering en minder bezorgd dan hun Europese buren.[10] Waar slechts 40% van de Nederlanders zich zorgen maakt over klimaatverandering, ziet 60% van de Europeanen klimaatverandering als een zeer serieus probleem en 30% als een redelijk serieus probleem.[11] Ondanks die peiling blijkt ook in Nederland een voedingsbodem voor (kleinschalige) aanpak van klimaatverandering: door burgers in lokale energiecoöperaties en door te werken aan een schonere leefomgeving. En door gemeenten, uiteraard aangezwengeld door Europese[12] en internationale[13] initiatieven.

Europa is wellicht ‘s werelds mooiste voorbeeld van internationale samenwerking en de rol van de Europese Unie is cruciaal bij de aanpak van klimaatverandering. De Nederlandse burger kan invloed uitoefenen op het klimaatbeleid. Deze invloed wordt echter teniet gedaan als politici de Nederlandse burger steeds maar weer voor ‘t lapje houden over de nationale en Europese aanpak van klimaatverandering. Terug naar het voetbal: Nederland moet meer EU supporter worden: anders winnen we het WK tegen klimaatverandering nooit.

 


[1] Rijksoverheid. (2013). Nederland legt de lat hoog voor Europese klimaat- en energiedoelen. Geraadpleegd op 23 november 2013 op http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/10/28/

[2] Europese Commissie voorstellen van januari 2014, http://ec.europa.eu/clima/policies/2030/index_en.htm (geraadpleegd op 11-04-2014).

[3] Van Elfrinkhof, Van Ewijk en Kamphof (2014) ‘Verkiezingsprogramma’s EU: Duurzaamheid en Internationale Samenwerking’, zie http://www.ncdo.nl/EU

[4] Regeerakkoord VVD-PvdA: Bruggen Slaan. (2012). Den Haag. Geraadpleegd op http://www.kabinetsformatie2012.nl/actueel/documenten/regeerakkoord.html.

[5] European Environment Agency. (2013). Trends and projections in Europe 2013: Tracking progress towards Europe’s climate and energy targets until 2020.

[6] http://ec.europa.eu/europe2020/pdf/themes/16_energy_and_ghg.pdf

[7] http://www.ser.nl/nl/actueel/persberichten/2010-2019/2013/20130906-brede-steun-voor-energieakkoord-voor-duurzame-groei.aspx

[8] http://www.theguardian.com/environment/2014/feb/05/european-parliament-votes-renewables-targets

[9] http://www.ipcc.ch/

[10] Spitz, G. (2014). Klimaatverandering. Amsterdam: NCDO

[11] Boonstoppel, E. (2012). Wereldwijde problemen, wereldwijde oplossingen? Nederlanders & Internationaal Bestuur (Vol. 10). Amsterdam: NCDO; European Commission. (2013). Attitudes towards biodiversity Flash Eurobarometer (Vol. 379). Brussels, Belgium: European Commission.

[12] http://www.klimaatverbond.nl/projecten/netwerk-burgemeestersconvenant

[13] http://www.millenniumgemeente.nl/

Use Facebook to Comment on this Post