Jan Willem Sap
De coronacrisis en de toekomst van Europa
Duidelijk is dat het coronavirus geen rekening houdt met nationale grenzen. Bij de aanpak van Covid-19 ligt het daarom voor de hand dat sprake is van een goede samenwerking tussen de lidstaten. Lastig is dat in de Europese Unie het gezondheidsbeleid in hoofdzaak een bevoegdheid is van de lidstaten. Het gevolg hebben we kunnen zien: een onderlinge strijd om mondkapjes. Ook ontstonden er reisbeperkingen tussen de lidstaten die bleken te botsen, zoals tussen Nederland en België. De afgelopen tijd lijkt een soort wedstrijd te groeien over de beschikbaarheid van vaccins. Er is verschil van mening over wat wel en niet verplicht wordt; in Denemarken is al wetgeving goedgekeurd waardoor ondernemingen hun werknemers kunnen dwingen een coronatest te doen.
Al enige tijd kan worden waargenomen dat de nationale staat een soort van ‘comeback’ lijkt te hebben gemaakt. Dat bleek tijdens de migratiecrisis toen lidstaten zelfstandig besloten om de grenzen dicht te gooien. Niet ontkend kan worden dat tegen anonieme krachten op alle bestuursniveaus behoefte lijkt aan een versterking van openbaar gezag: nationaal, lokaal, regionaal en ook Europees. Onlangs bepleitte Charles Michel, de vaste voorzitter van de Europese Raad, voor een Unie van tests en vaccins. Dit gaat volgens premier Mark Rutte echter te ver. De Europese Unie zou zich moeten beperken tot de noodzakelijke coördinatie. Brussel moet de lidstaten dienen en niet andersom. Rutte meent dat het initiatief voor nieuwe regelgeving over gezondheid bij de lidstaten behoort te liggen.
In deze spanning tussen supranationaal en intergouvernementeel lijkt Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland, meer een tussenpositie in te nemen. Zij beseft dat de natiestaat alleen geen toekomst heeft. Haar visie is dat Duitsland alleen goed zal functioneren als het goed gaat met Europa. Om te voorkomen dat Brussel en de lidstaten steeds tegenover elkaar worden geplaatst, heeft zij als aanvulling op de communautaire methode, waar de instellingen de eerste viool speelden, de zogenaamde Uniemethode benadrukt, waarin lidstaten en EU-instellingen goed samenwerken en elkaar versterken.
In deze coronacrisis is het voor de toekomst van Europa raadzaam om rekening te houden met de visie van Merkel. Zij heeft immers bewezen, in haar vijftien jaar als bondskanselier, het meestal goed te zien. Of het nu gaat om de financiële crisis, Griekenland, Oekraïne, vluchtelingen of corona, in complexe crisissituaties straalt Merkel rust uit. Zij komt altijd met oplossingen gericht op de lange termijn. Zij laat daarbij niet na geloof in de solidariteit van Europa uit te stralen en blijft binnen de grenzen van internationaal en Europees recht. Kleine stapjes in de goede richting, daar het gaat het volgens haar om, ook in de coronacrisis. Dat is belangrijker dan zich te verschuilen achter nationalisme of een Europese superstaat. Want als het goed gaat met Duitsland en Europa, gaat het ook goed met Nederland.
Jan Willem Sap
Voorzitter VDE
22 november 2020