Date:October 27, 2023

Nu is het aan ons. Eva Rovers over het burgerberaad. Een boekbespreking

Met de Tweede Kamer verkiezingen voor de deur kan het niemand zijn ontgaan: de bekendmaking van nieuwe lijsttrekkers, verkiezingscampagnes en partijcongressen. Waar politiek Nederland zich klaar maakt voor de strijd, krabt kiezend Nederland zich nog eens achter de oren over de vraag ‘Op wie gaan we stemmen?’ Verkiezingsprogramma’s worden naast elkaar gelegd, debatten worden nauwlettend gevolgd, stemwijzers worden ingevuld, allemaal in de hoop dié ene partij te vinden die het beste aansluit bij de normen en waarden van het eigen leefmilieu. Maar hebben we eigenlijk iets te kiezen? Houdt ons stemrecht wel in dat we het ook voor het zeggen hebben? Kunnen wij als kiezer daadwerkelijk iets inbrengen in de politiek?

Nederland heeft een representatieve democratie. De bevolking kiest volksvertegenwoordigers die belast zijn met de uitvoering van het bestuur. Hiermee wordt gezorgd voor evenwicht: een verdeelde maatschappij wordt nader tot elkaar gebracht doordat de meerderheid en minderheid met elkaar dienen samen te werken en de macht niet permanent bij één groep kan komen te liggen. Maar het betreft geen vlekkeloos systeem. Hoewel de meerderheid het voor het zeggen heeft, kan de Ostrogorski-paradox op de loer liggen: de politieke meerderheid neemt besluiten waar de meerderheid van de kiezers zich niet (meer) in herkent. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat een meerderheid aan stemmen niet hoeft te betekenen dat men ook een meerderheid heeft in de Tweede Kamer. Als gevolg van coalitievorming worden concessies gesloten en verdwijnen beleidspunten van tafel. Daarnaast is het zo dat wij als kiezers stemmen op verkiezingsprogramma’s in plaats van individuele beleidspunten.

Dit laatste is ook één van de knelpunten die Eva Rovers erkent in haar pamflet ‘Nu is het aan ons’. Kiezers kunnen geen invloed uitoefenen op het partijprogramma, tenzij ze lid zijn van die politieke partij (dit betreft slechts 2,8% van de bevolking). Andere tekortkomingen die zij opmerkt zijn onder andere dat politici niet het niveau van de maatschappij vertegenwoordigen. Waar 65% van de bevolking een MBO-diploma heeft, betreft dit slechts 5% van de politici. Ook blijkt het vrij lastig om na de verkiezingen als bevolking nog invloed te kunnen uitoefenen op het politieke beleid. Mogelijkheden hiertoe zijn er wel, zoals petities, demonstraties, inspraakavonden of het burgerinitiatief, maar het betreft geen zeggenschap. Het organiseren van een referendum geeft burgers weliswaar meer inspraak in het beleid, maar de opkomst is veelal laag en op basis van het huidige stelsel is de politiek niet gebonden aan de uitkomst. Hoe zouden we het gat in dit democratisch tekort kunnen dichten? Volgens Rovers is het antwoord gelegen in het burgerberaad.

Een burgerberaad doet precies wat het woord impliceert: burgers beraden zich over een complex maatschappelijk probleem en voorzien de politiek van aanbevelingen voor dit probleem. Ze laten zich informeren door experts en gaan gezamenlijk op zoek naar oplossingen die het gemeenschappelijk welzijn dienen. Rovers is enthousiast over het Ierse burgerberaad, dat al sinds 2016 succesvol wordt ingezet bij controversiële onderwerpen als abortuswetgeving en het homohuwelijk. Dit model stelt drie kernvoorwaarden om een effectief burgerberaad te kunnen houden: het burgerberaad moet representatief en deliberatief zijn en een reële impact hebben. Dit kan het beste worden bereikt doormiddel van loting, waarbij kenmerken als leeftijd, geslacht, politieke voorkeur en inkomen in aanmerking worden genomen. Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende tijd voor het burgerberaad wordt uitgetrokken. Niet alleen om de deelnemers gesprekken met elkaar te laten voeren, maar ook om hen voldoende te informeren om tot een gedegen afweging te kunnen komen. Tot slot is het van belang dat de overheid iets met de uitkomst van het burgerberaad doet. Daarvoor dienen voldoende financiële middelen ter beschikking te worden gesteld, moet de vraagstelling voldoende zijn afgebakend en moet van tevoren duidelijk worden vastgelegd op welke manier de uitkomst van het burgerberaad wordt opgenomen in de politieke besluitvorming.

Het klinkt misschien idyllisch, maar nieuw is het burgerberaad zeker niet. In 2006 is in Nederland het Burgerforum kiesstelsel georganiseerd om het meest geschikte kiesstelsel te onderzoeken. Tot een daadwerkelijke uitvoering is het echter niet gekomen; tegen de tijd dat het burgerberaad zijn eindverslag presenteerde, was de regering gevallen en het inmiddels nieuwe aangetreden kabinet deed niets met de aanbevelingen. Hoog tijd om het burgerberaad nieuw leven in te blazen, aldus Rovers. En wat zou een geschikter onderwerp kunnen zijn dan het klimaatbeleid. Hiervoor verwijst zij naar het Franse klimaatberaad uit 2020. Hoewel het burgerberaad an sich een groot succes was, liet de uitkomst enigszins te wensen over. Waar president Macron had beloofd om de aanbevelingen direct uit te voeren, dan wel ze ter stemming voor te leggen aan het parlement of via een referendum aan de bevolking, is er van een referendum niets terecht gekomen en zijn maar weinig aanbevelingen door het parlement aangenomen. Het gevolg: met de nieuwe Klimaatwet kunnen de klimaatdoelen van Parijs niet worden gehaald.

Misschien is een veelkoppig monster als klimaatbeleid niet het juiste onderwerp voor een burgerberaad. Wellicht dienen we dit soort mondiale vraagstukken over te laten aan degenen die daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op het beleid. Neem bijvoorbeeld de Klimaattafel Bonaire van kwartiermaker Ed Nijpels. Nu de verwachtingen zijn dat klimaatveranderingen het Openbaar Lichaam Bonaire hard zullen treffen, heeft het eiland aangegeven zelf graag tot een klimaatakkoord te willen komen. Dit wordt ingericht in de vorm van een klimaattafel, dat afspraken formuleert om tot een klimaatakkoord te komen, een signaalfunctie heeft voor kennislacunes, een maatschappelijk dialoog stimuleert en de voortgang monitort en adviseert. Daarmee lijkt de klimaattafel wel wat weg te hebben van het burgerberaad. Het verschil is erin gelegen dat de klimaattafel zal bestaan uit verschillende overheidsinstanties en belangrijke sectoren op het eiland, waarbij de bevolking een meer indirecte rol lijkt te vervullen.

Ook de klimaattafel lijkt daarmee niet de oplossing voor het democratisch tekort. De tekortkoming is gelegen in het democratisch systeem zelf: door de manier waarop de politiek is ingekleed (als representatieve democratie), zijn burgerberaden slechts adviserend en kan men enkel aanbevelingen doen. Hieruit volgt dus opnieuw dat het lastig is om als burgers daadwerkelijk invloed te kunnen uitoefenen op de politiek. Zelfs al zouden we het model van de klimaattafel volgen. En dit probleem speelt niet alleen op nationaal (in binnen- en buitenland, zoals in Frankrijk) of Rijksniveau. Ook binnen de Europese Unie hebben we te maken met klimaatbeleid en dienen we de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs na te streven. Het burgerberaad zou er juist voor kunnen zorgen dat de EU democratischer wordt, door burgers meer inspraak te geven in datgene wat ons allemaal bezighoudt. Maar in de oplossing lijkt tevens het probleem te liggen. De Global Assembly (2021) heeft uitgewezen dat het mogelijk is om op internationaal niveau een burgerberaad te organiseren. Met behulp van de NASA database werden honderd plekken op de wereld geloot om een zo eerlijke verdeling van deelnemers te krijgen. De deelnemers sprake elkaar via Zoom en om zoveel mogelijk mensen een stem te geven in dit proces, werd een toolkit ontwikkeld waarmee iedereen ter wereld in zijn of haar eigen buurt een community assembly kon organiseren. Toch kon door gebrek aan politiek mandaat enkel en alleen de aanbevelingen ter kennisgeving worden aangenomen.

Eva Rovers heeft met haar pamflet een waardevolle en interessante bijdrage geleverd over het democratische functioneren van de politiek. Naast het al bestaande referendum, zou een burgerberaad geen verkeerd idee zijn. Het herstelt de band met de kiezer en kan politiek kortetermijndenken voorkomen, door ingrijpende onderwerpen niet langer op de lange baan te schuiven maar de maatschappij een handje te laten helpen. Voor Nederland, en wellicht zelfs de Europese Unie, is dus nog een hoop werk weggelegd om meer inspraak voor burgers te creëren en de politiek weer democratisch te maken.

Sophia Schepers

Amsterdam, 27 oktober 2023

 

VDE-Boekbespreking

Naam auteur boek: Eva Rovers

Titel: Nu is het aan ons

Uitgever: De Correspondent

Jaar: 2022

Nr. 9789493254091

 

 

Use Facebook to Comment on this Post