Hoeveel energie heeft de Europese Unie nog?
Door de hoge energierekening zijn huishoudens meer onder druk gekomen. De uit de hand gelopen winsten van energiebedrijven – in het verleden allemaal te makkelijk geprivatiseerd – zullen door de overheid moeten worden afgeroomd. Dat geld kan de overheid verdelen onder bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties in de problemen. Door de oorlog in Oekraïne zullen overheden zich sterker gedwongen voelen om in te grijpen in de markt, of het nu de nationale overheid of de Europese Commissie is. In noodgevallen zal dit ook snel moeten kunnen. Vandaar het plan van de Europese Commissie voor een ‘single market emergency instrument’. Hierbij kan een voorbeeld worden genomen aan de Amerikaanse federatie die als het moet in staat is tot snelle en stevige acties inzake klimaat, munt, defensie en vaccinaties tegen corona.
De Europese Unie heeft altijd de marktwerking gestimuleerd. Dat was om begrijpelijke redenen. In het kader van een ruimte zonder binnengrenzen moest de dominante rol van nationale overheden worden teruggedrongen, omdat overheden vaak nationale belangen nastreven die het ontstaan van de interne markt kunnen frustreren: ‘weg met de opgeworpen grenzen en staatssteun’. Dat betekende via de marktwerking ook een noodzakelijke afbraak van kernelementen van de nationale verzorgingsstaat. Het jarenlange vertrouwen in de interne markt heeft goedkope producten, werkgelegenheid, flexibilisering en grote welvaart gebracht, waardoor de Europese Unie ook kon concurreren met landen als Amerika, China en Japan. Jarenlang had de Europese Unie grip op de werkloosheid en de inflatie, met dank aan de Duitse visie vanuit de Europese Centrale Bank in Frankfort. Na de val van de Berlijnse Muur (1989) en de toetreding van Oost-Europa (2004) was deze lijn van minder nationale overheid sterker geworden. Het kapitalisme bloeide volop. In de sociale markteconomie van de Europese Unie werd samen menige serieuze uitdaging aangegaan (kredietcrisis, financiële crisis, landencrisis, migratiecrisis, klimaatcrisis). Hier en daar kreeg de Europese Unie wel steeds meer kritiek het neoliberalisme te hebben bevorderd, waar vooral snelle bankiers van profiteerden. In de samenleving ontstond een toenemende scheefgroei. De komst van goedkope arbeidskrachten uit Oost-Europa was een van de veroorzakers van de Brexit en andere vormen van nationalisme, soms in extreme vorm.
Hoe te reageren op de uitdagingen? Als zowel de energielevering in de Europese Unie als de bescherming van de huishoudens, de industrie en het MKB niet goed worden geregeld, zullen nationalistische partijen over heel Europa fors gaan profiteren van de sociale onrust bij de komende verkiezingen. Dat hebben we nu al gezien in Zweden en Italië met de groei van extreem rechts. Een belangrijke les uit de oorlog in Oekraïne is dat vrije handel en wandel blijkbaar niet altijd oorlog kan voorkomen. Het is verdrietig om dat te moeten constateren, want we dachten dat economische diplomatie en culturele uitwisseling garant stonden voor het in vrede samenleven met de buren. Men heeft in de regeringscentra van de Europese Unie te weinig rekening gehouden met de effecten van een oorlog ook buiten de Europese Unie. Men kan intern vrij verkeer bepleiten, aan de buitengrenzen zijn harde maatregelen soms onvermijdelijk (migratiebeleid, Turkije-deal). Als het gaat om EU-belangen moeten energiezekerheid en toegang tot grondstoffen worden gegarandeerd voor een goede toekomst. Onlangs is Duitsland ertoe overgegaan om gasimporteur Uniper te nationaliseren. Een veelzeggende stap.
Mag het woord ‘industriepolitiek’ in de Europese Unie weer gebruikt worden? Horen sectoren als energie, onderwijs, spoorwegen, post, defensie, water, toegang tot grondstoffen en voedselvoorziening eigenlijk niet tot de publieke kerntaken? De Europese Unie heeft een land als Griekenland in de periode 2010-2020 gedwongen om van alles te privatiseren. De inkomsten waren bedoeld om allerlei leningen af te lossen, dus op zich vanuit dat perspectief wel te beargumenteren. Maar hadden de Grieken niet met recht bezwaar tegen het liberaliseren van de energiesector? Sommige geopolitieke zaken rond energie, industrie en defensie kunnen helemaal niet worden overlaten aan de markt, zeker nu sprake lijkt van een oorlogseconomie. De toekomstige energiebron zal toch een combinatie van wind- water- en waarschijnlijk kernenergie moeten zijn. De Europese Unie en de lidstaten hebben niet alleen naïef maar ook laf gereageerd op de illegale inname van de Krim door Rusland. Men ging maar door met gas kopen uit Rusland. Zo werd de oorlogskas van Poetin gespekt. Veel politici in de Europese Unie hebben zitten slapen terwijl energie in de wereld een invloedrijke wapen is geworden. Dat is toch bizar gezien de ervaringen met de oliecrisis in de jaren zeventig, de oorlog in Irak en de grote hoeveelheid informatie die is verzameld door diplomaten en onderzoekers van een instituut als bijvoorbeeld Clingendael in Den Haag. Omdat de politiek heeft weggekeken moet nu de rekening worden betaald. De oorlog in Oekraïne geeft in ieder geval de kans dat er politieke steun komt voor het plan om minder afhankelijk te worden van energie uit landen van buiten de Europese Unie.
De huidige situatie wordt niet alleen veroorzaakt door de Russische inval in Oekraïne. Uit alles blijkt dat Poetin al een tijd een economische oorlog voert tegen het Westen. Daarbinnen speelt de energieoorlog tegen de Europese Unie een grote rol. Door het bewust willen scheppen van sociale onrust in de Europese Unie kan hij de opkomst van extreem rechts versterken. Daarom zal de Europese Unie van de marktwerking meer moeten doen aan bescherming van de burgers. Op termijn is het doel van Poetin immers het uit elkaar laten vallen van de Europese Unie, zodat Rusland op het continent als de grote staat de eerste viool kan gaan spelen. Zie daar de nieuwe wereldorde in het belang van Poetin: daar is hij goed in. Die nieuwe wereldorde kent uiteraard een hoofdrol voor China: de levenslange leider Xi Jinping, aangevuld met autocratische leiders in meerdere regio’s. Deze autocratische leiders zullen er niet voor terugdeinzen om eilanden te veroveren, om strategische redenen maar ook vanwege grondstoffen in de omliggende bodem. Poetin heeft belang bij een relatief weerloos Europees continent waar Amerika zijn handen van heeft afgetrokken. Vandaar destijds de indirecte steun van Poetin aan Donald Trump. Gelukkig is Joe Biden pro-Europa, maar bij een volgende Amerikaanse president is het onduidelijk hoe de hazen lopen. Door de combinatie van een giftige wereldorde van autocraten met een populistische onderstroom in het Westen, is in de Europese Unie alertheid geboden. De Europese Unie kan niet zonder kracht, hoop en warmte.
Jan Willem Sap
Voorzitter VDE
2 oktober 2022