Een verlangen naar federalisering van de Europese Unie
De afgelopen periode vond plaats de ‘conferentie over de toekomst van Europa’. Burgers zijn in de hele Unie bij elkaar gekomen om nieuwe plannen te ventileren en te bespreken. De resultaten van deze ideeënmachine vormen volgens Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, de opmaat tot een EU-conventie ter voorbereiding van wijzigingen van de basisverdragen. Er blijkt een verlangen naar federalisering van de Europese Unie. Echter alleen al het woord ‘federatie’ functioneert soms als een rode lap. Direct wordt dan benadrukt dat vanwege de noodzaak van draagvlak de bevoegdheden van Brussel niet onbeperkt mogen zijn. Het ideaal van de Europese Unie is immers zo dicht mogelijk bij de burgers. Niemand wil een overspannen en bureaucratische Europese Unie die zich niet houdt aan gemaakte afspraken rond attributie, subsidiariteit en evenredigheid. En het is waar, meerderheden van de opgekomen burgers van Frankrijk en Nederland hebben in 2005 in referenda ‘nee’ gezegd tegen de Grondwet voor Europa. De meeste Nederlanders voelen niets voor zoiets als eurobonds. Feitelijk is de Europese Unie geen federatie, hooguit een statenverbond, maar het verdient erkenning dat de Europese Unie al wel een aantal federale trekjes heeft. Te wijzen valt op de rol van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat soms optreedt als constitutioneel hof. Daarnaast kan worden genoemd het zich steeds verder ontwikkelende burgerschap van de Unie. Wanneer dat burgerschap van de Unie, vanuit het idee van de gelijkheid van de burgers, meer zou worden gepolitiseerd in de rechtsruimte van de Unie, is op termijn van alles mogelijk
Volgens artikel 50 VEU mogen lidstaten uit de Europese Unie treden. Dit artikel is toegepast bij het vertrek van het Verenigd Koninkrijk. Op zich jammer, want de slagkracht van de Europese Unie is daardoor verminderd, zeker ook militair. Het is waar dat de bestuurders van Britse eilandbewoners regelmatig moeilijk deden, bijvoorbeeld over euro en migratie. Maar van de Britten moet wel worden gezegd dat als ze eenmaal iets hadden ondertekend dit in het algemeen loyaal werd uitgevoerd. Hoe men het vertrek ook inhoudelijk wil bekijken, de Brexit op basis van het erkende recht op uittreding laat zien dat de Europese Unie op dit moment geen federatie is. Het is een club van staten met gemeenschappelijke doelstellingen en gemeenschappelijk beleid. De meeste lidstaten willen geen echte federatie worden omdat ze geen deelstaten willen zijn. Ook al hebben de lidstaten van de Unie op meerdere terreinen soevereiniteit ‘gepoold’ naar het hogere niveau van de supranationale organisatie – bij iedere crisis of verdragswijziging gebeurt dat weer – de lidstaten willen worden beschouwd als soevereine staten met een eigen identiteit. Zij lijken niet bereid om afstand te doen van een eigen minister van Buitenlandse Zaken en eigen ambassades in het buitenland.
Een van hoofdoorzaken van de huidige toestand met Rusland is de zwakke reactie van de Europese Unie op de Russische inname of de facto afscheiding van de Krim uit de staat Oekraïne in 2014. Doordat Poetin met de annexatie in de praktijk weg kon komen, is hij gaan verlangen naar meer. De afschrikkingsmythe was opeens doorgeprikt. Inzake de Krim ging het om grenzen die door de Russen waren gegarandeerd in 1991 (bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie) en in 1994 (het Memorandum van Boedapest), waarbij Oekraïne heeft beloofd afscheid te nemen van kernwapens. De annexatie van 2014 door Poetin was strijdig met de soevereiniteit, onafhankelijkheid, eenheid en territoriale integriteit van Oekraïne binnen internationaal erkende grenzen. Europa reageerde in 2014 vooral naïef en bleef zich verwarmen aan Russisch gas, terwijl de Westerse landen meermalen zijn gewaarschuwd door de Baltische staten, Oost-Europa en Amerika. Burgers, parlementen en regeringen zien nu meer de noodzaak van een sterk gezag in Brussel. In de toekomst zal de Unie strategischer, sneller en slagvaardiger moeten kunnen reageren in noodsituaties, bijvoorbeeld tegenover autocratische regimes, bij klimaatveranderingen, migratiestromen, terrorisme, oorlog, corona en vraagstukken rond technologie, energie en grondstoffen. Iedereen spreekt over de afhankelijkheid van Russisch gas, maar ook de invloed van China als het gaat om onderdelen voor zonne-energie en windmolens mag niet worden onderschat. Niet kan worden toegestaan dat autocratische regimes grip hebben op de energiezekerheid van de Europese Unie. Hoe kan de Europese Unie in economisch en politiek opzicht sterker worden gemaakt, ja minder afhankelijk? Hoe kan de eenheid toenemen? Hoe kan de energiezekerheid worden vergroot? Hoe kan de besluitvorming efficiënter worden? Hoe kan de rechtsstaat veilig worden gesteld? Bij de beantwoording van deze vraagstukken lijkt een zekere federalisering onvermijdelijk.
Want in vergelijking met de tijd van de afwijzende referenda in 2005 dient nu te worden gesproken van een nieuw tijdvak. De laatste jaren was al zichtbaar geworden de gapende wond door de effecten van het populisme en het extreme nationalisme (Brexit). Tegelijkertijd hebben burgers aangegeven dat tijdens een grensoverschrijdende pandemie toch van de instellingen van de Unie snel gemeenschappelijke maatregelen worden verwacht op het terrein van de volksgezondheid. Daarnaast zijn de ogen geopend voor de toenemende dreiging door de autocratische regimes van China en Rusland. De Russische invasie in Oekraïne kan daarom worden beschouwd als een harde wekker. Intern is de Europese waardengemeenschap onder druk gekomen doordat regeringen in Polen en Hongarije de rechtsstaat lopen te frustreren. Met het oprukken van de autocratische dreigingen heeft de Europese Unie nu extern een duidelijke vijand gekregen. Dat kan de onderling binding en solidariteit versterken. In Frankrijk en Duitsland bestond al enige tijd de behoefte om in federaal opzicht meer door te pakken. Door het vertrek van de Britten zijn, in de huidige club van 27 lidstaten, de posities van Frankrijk en Duitsland versterkt. De laatste vijf jaar valt op dat de Franse president Macron vaker pleit over de toegenomen behoefte aan ‘soevereiniteit’ op Europees niveau. Dan denkt hij met name aan onderwerpen als euro en defensie. In het huidige Duitse coalitieakkoord ‘Mehr Fortschritt wagen’ (2021) wordt zelfs gesproken van de omvorming van de Europese Unie tot een ‘federale Europese bondsstaat’.
Veel Nederlanders zullen dit een brug te ver vinden, maar als het gaat om de mate van federalisering kan de geschiedenis van de Nederlandse opstand en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een interessante les vormen. De provincies waren formeel soeverein, maar buitenlandse zaken, defensie en scheepvaart werden in tijden van oorlog steeds meer centraal geregeld, waarbij de machtige provincie Holland domineerde. Uiteraard zijn er grote verschillen tussen toen en nu, maar als het territorium en het gezag van de Unie ernstig wordt bedreigd, kan worden verdedigd dat federalisering kan bijdragen aan grotere eenheid en slagvaardigheid op centraal niveau. Als het gaat om de veiligheid zou men kunnen verdedigen dat in de Europese Unie de lidstaat Frankrijk in de Europese Unie de rol kan opnemen van de provincie Holland in de zestiende en zeventiende eeuw. Frankrijk is ook minder afhankelijk van Russisch gas.
Jan Willem Sap
Voorzitter VDE
4 oktober 2022