Date:September 29, 2017

Gebakken eend – Lukas Kevnerd

Het is een koude decemberavond in 1980 wanneer Kuba samen met zijn ouders enkele voorbereidingen treft voor de naderende kerstdagen. Op het menu staat een verrukkelijke specialiteit die in de regel bewaard wordt voor speciale aangelegenheden: gebakken eend – vrij vertaald: ‘pieczona kaczka’. Het gestandaardiseerde tweekamerappartement dat over isolatie van exceptionele kwaliteit beschikt, wordt flink verwarmd. Van kou is derhalve – ondanks de strenge winter – geenszins sprake. Dat geldt in mindere mate voor de badkamer; ‘de buurman rookt weer eens’, merkt Kuba mopperend op bij zijn intrede. De rook is afkomstig van een sigaret van het merk ‘Carmen’. Naast de kou en de overlast die de rook veroorzaakt, is ook de door de buurman geproduceerde ‘akoestiek’ – die kenmerkend is voor een enigszins onwelgevallige ontlasting – een gegronde reden om de badkamer snel te verlaten. In zijn gedachten, visualiseert Kuba het leven in West-Europa; in zijn subjectieve belevingswereld het equivalent van een paradijs. Een plek waar zienswijzen vrij geuit kunnen worden, waar sprake is van een gedegen rechtssysteem en waar – ondanks de aanwezigheid van een vrije markt – de achterliggende gedachte van de verzorgingsstaat wél goed is begrepen.

Vanaf augustus 1980 resulteerde de opmars van de NSZZ S – de onafhankelijke autonome vakbond ‘Solidariteit’ – na eerdere stakingen in een historische omslag; middels een ingenieuze strategie werd op 4 juni 1989 de val van het communisme bewerkstelligd. De man aan wie dit grotendeels te danken was, is de Nobelprijswinnaar – en indertijd de leider van NSZZ S – Lech Walesa die in 1990 tot president van Polen werd gekozen. Tezamen met de toenmalige premier – Tadeusz Mazowiecki – en de minister van financiën – Leszek Balcerowicz – zorgde hij middels een revolutionair economisch plan voor een flinke welvaartsstijging. De bevolking van Polen waande zich in ‘El Dorado’. De verwachtingen lagen echter onrealistisch hoog. De sterke economische groei in combinatie met een vrije markt, resulteerde immers in relatief meer werkeloosheid. Feitelijk was dat onontkoombaar, aangezien in het communisme iedereen verzekerd was van een baan. Wat ondergetekende betreft, was het een tijd waarin de genialiteit van het plan werd miskend.

Een tamelijk flinke sprong in de geschiedenis brengt ons in 2007. Donald Tusk – de uiterst gewaardeerde huidige voorzitter van de Europese Raad – zwaaide indertijd met de scepter in Polen, hetgeen gedurende zijn eerste termijn overigens niet geheel als onverdienstelijk kon worden bestempeld. Tusk kon – reeds in de eerste termijn – het gros der beloften desalniettemin niet volledig waarmaken; hij had een tweede termijn nodig. Die tweede termijn verliep echter desastreus en eindigde in een deceptie. Tusk beloofde belastingverlagingen, een gunstig vestigingsklimaat voor multinationals – hetgeen tot meer banen zou leiden – en een stabielere overheid. Het stoppen van massale emigratie – met name onder jongeren – fungeerde voor dit alles als ankerpunt. De doelstellingen werden niet behaald. Sterker nog, in veel gevallen gebeurde het omgekeerde. De belastingen – waaronder de omzetbelasting en enkele accijns – gingen omhoog en aan de massale emigratie kon vrij weinig gedaan worden. Ook werkeloosheid bleef een groot probleem. Enkel de infrastructuur werd grondig aangepakt, al zal dat wellicht eerder te maken hebben met het Europees kampioenschap voetbal dat in 2012 in Polen werd georganiseerd. De situatie in Polen kon bijna niet erger, of toch wel?

Het antwoord luidt volmondig ‘ja’. Het vertrouwen dat het volk na de tweede termijn van Tusk in de politiek had, lag nabij het historische dieptepunt. Het resulteerde in een bijzonder lage opkomst bij de daaropvolgende verkiezingen in 2015, waarbij met name de conservatieve partij PiS – vrij vertaald: ‘Recht en Rechtvaardigheid’ – een flinke opmars maakte. De partij genoot veel stemmen van met name de bewoners van het ietwat conservatieve en erg arme zuidelijke en zuidoostelijke deel van Polen. Daar waar het gros der bevolking het vertrouwen in de politiek kwijt was, bleef de sterk katholieke aanhang van PiS de partij trouw. Minder vermogenden voelden zich aangetrokken tot een mooie belofte van PiS: het zogenoemde ‘500+ plan’. Het plan hield in dat gezinnen maandelijks 500 Poolse Zloty per kind zouden ontvangen. Om dat enigszins in perspectief te plaatsen: de gemiddelde caissière verdient ongeveer 1900 Zloty op maandbasis. Op die wijze werd de arme bevolking tot de partij aangetrokken en werd tegelijkertijd gestimuleerd dat gezinnen meer kinderen kregen. Door de reeds aangehaalde problematiek omtrent emigratie, was het tegengaan van vergrijzing ook een belangrijk agendapunt voor PiS.

De overwinning van PiS resulteerde in een regelrechte ramp, waardoor van een scheiding tussen kerk en staat nagenoeg geen sprake meer is, persvrijheid inmiddels ontbreekt en een fatsoenlijk rechtssysteem eveneens in het geding is. Uiteraard is het ‘500+ plan’ ook niet volledig waargemaakt, men komt slechts in aanmerking voor de regeling vanaf het tweede kind. Bovendien staat PiS louter welwillend tegenover een prettige samenwerking met de Europese Unie, indien Polen daar profijt van heeft.

Inmiddels distantieert de partij zich steeds verder van de kernwaarden van de Europese Unie. De wetswijzigingen die thans op het programma staan, zien op de mogelijkheid voor PiS om zelfstandig rechters van het Hooggerechtshof te benoemen. Rechters mogen tot een leeftijd van 65 jaar blijven. Indien ze die leeftijd overschrijden, dienen ze in beginsel te vertrekken. In beginsel, aangezien de president ‘uiteraard’ de mogelijkheid heeft om anders te beslissen. Bovendien zou de partij ook invloed uit willen oefenen bij de benoeming van de leden van de KRS – de Raad voor de Rechtspraak. De initiële regelingen waren overigens nog drastischer, maar voor de doorvoer was ¾ van het parlement benodigd. Men zou zich hoe dan ook af kunnen vragen of – gelet op de broodnodige scheiding der machten – Polen nog als democratie kan worden aanschouwd.

Het is vrij eenvoudig – en grotendeels ook terecht – om met de vinger richting Jaroslaw Kaczynski – de oprichter en partijleider van PiS – te wijzen. Mijns inziens treffen Donald Tusk en de Poolse bevolking echter eveneens blaam. Donald Tusk heeft in de eerste plaats het vertrouwen van de bevolking geschaad met zijn loze beloften en zijn klaarblijkelijk ondoelmatige aanpak. De Poolse bevolking had voorts – ondanks de onvrede met betrekking tot de politieke gang van zaken – alsnog een stem uit moeten brengen.

Het is een trieste tijd voor Kuba. Hij is ondertussen volwassen en – net als veel landgenoten – woonachtig in Engeland. De hoogtijdagen waarbij de – niet in voldoende mate geapprecieerde – genialiteit van Walesa, Mazowiecki en Balcerowicz de normale gang van zaken was, behoort inmiddels lang en breed tot de vervlogen tijd. Datzelfde geldt voor de geur van gebakken eend uit de oven; een gerecht dat gelet op de vooruitzichten lang niet meer gegeten zal worden door de Poolse bevolking. El Dorado lag aan de voeten, maar is inmiddels ver uit zicht.

 

Lukas Kevnerd

Secretaris Vereniging Democratisch Europa

29 september 2017

Use Facebook to Comment on this Post