Date:October 15, 2007

De noodzaak van het referendum

Zo veel is inmiddels duidelijk, niet alleen het kabinet is tegen een nieuw Europees referendum, maar ook de partijen die het kabinet steunen als mede prominente opinievormers onder wie NRC Handelsblad. In het redactionele commentaar van 19/09/07 stelt deze krant zich achter het besluit van het kabinet, maar de argumentatie van beide loopt uiteen. Terwijl het kabinet zich in navolging van de Raad van State beroept op het simpele feite dat het nieuwe verdrag geen grondwettelijk karakter draagt, acht de hoofdredactie deze redenering ‘te simpel’. ‘Het wezen van het verdrag … blijft.’ En zo is het. Maar of het belangrijkste argument van deze krant veel beter is? Een nieuw referendum zou een keuze suggereren die er niet is. ‘Een tweede nee wordt onuitvoerbaar’, zegt het commentaar. Dat is een vreemde opmerking. Het is misschien even wennen, maar niets hoeft ons land er van te weerhouden om net als het Verenigd Koninkrijk allerlei uitzonderingen te bedingen of om – nog een stap verder – als Zwitserland en Noorwegen buiten de EU te staan en tegelijkertijd middels een apart verdrag in de vrije markt te participeren. Deze consequentie van een tweede nee is vergaand – en onwenselijk wat mij betreft -, maar onuitvoerbaar? Nee. Dus herbergt een nieuw referendum wel degelijk een keuze: wil Nederland volledig mee blijven doen met EU-verdragen, of niet? Centraal in deze afweging staat de nationale autonomie met het duivelse dilemma waarin elke statencoöperatie verkeert. Wie die coöperatie wil versterken, moet iets van die autonomie overdragen en verzwakt aldus de eigen staat. En omgekeerd, wie zijn eigen staat sterk wil houden, houdt de statencoöperatie zwak. Hier ligt het criterium waar alles omdraait en dat naar zijn aard grondwettelijke consequenties heeft– ook als het niet met zoveel woorden wordt gezegd – . Daarom rechtvaardigt het de inzet òf van de procedure die een wijziging van de nationale grondwet vereist òf een nieuw democratisch middel: het referendum.

Volgens deze redenering hadden Europese verdragen van meet af aan als een wijziging van de nationale grondwet moeten worden opgevat. Daarin is immers al op verschillende terreinen autonomie overgedragen en afgestaan. Het begon met de markt zelf, inclusief het toezicht op ‘fair play’ en de externe handelspolitiek, die volgens de inmiddels veroordeelde ambtelijk-technocratische methode en dus zonder publiek debat van enige omvang werden ingevoerd. Toen volgde de euro volgens hetzelfde procédé. De meest betrokken politici en ambtenaren wisten dat opnieuw een stuk van de nationale autonomie werd opgeheven, maar uit angst voor tegenstemmen schonden zij niet formeel maar wel in feite de democratie. Dat besef brak pas later door, waarna het verontruste parlement een referendum afdwong over het grondwettelijk verdrag waarin opnieuw werd voorgesteld om op bepaalde terreinen nationale autonomie over te dragen. Niet de vlag, het volkslied of andere versierselen maar die overdracht van autonomie vormde de harde kern van dit verdrag. Nu ligt een ander verdrag ter tafel dat volgens het redactionele commentaar niet wezenlijk verschilt. En zo is het. Het voorstel om opnieuw autonomie over te dragen wordt herhaald, zodat hier het enige juiste argument ligt om tegen een nieuw referendum te zijn. Nederland heeft immers al een keer nee gezegd. Maar dat is niet wat de regering en wat deze krant wil. Zij willen kennelijk die overdracht, in weerwil van dit nee, en plegen daarmee kiezers- dan wel lezersbedrog.

Beter ware het om de bevolking vriendelijk te vragen om de voor- en nadelen van de Europese integratie nog eens opnieuw te willen overwegen. De eerste keer ging er veel mis. Het grondwettelijk verdrag vormde een vat vol tegenstrijdigheden, zodat onduidelijk was waar het referendum over ging. Dat kan bij de tweede ronde beter indien zonder omwegen de vraag wordt gesteld: bent u voor overdracht van soevereiniteit op de beleidsterreinen die in het nieuwe verdrag worden genoemd, of niet. Deze vraag moet vervolgens elke keer worden gesteld als de nationale autonomie in het geding is. Dat is de enige manier om het grondwettelijke karakter ervan recht te doen. Nu gaat het om de Europese statencoöperatie en dat zal de komende decennia steeds weer het geval zijn. Bovendien zal vroeg of laat hetzelfde type vragen zich voordoen in het verband van andere statencoöperaties, zoals de NAVO, de WTO of de VN. Het is zaak om in deze transnationale wereld vertrouwd te raken met dit type vragen en met het middel dat, als de grondwetprocedure niet wordt toegepast, het enige legitieme antwoord produceert : het nationale referendum over overdracht van autonomie aan supranationale statencoöperaties. Als dat niet gebeurt en de politieke elite blijft kiezen voor de winst van de korte termijn, dan zal de Europese kloof tussen burgers en politici verder groeien en na kortere of langere tijd opnieuw voor een politieke explosie zorgen waarbij Europa als zondebok wordt geofferd.

Use Facebook to Comment on this Post