Date:May 30, 2024

Een verenigde Europese defensiemacht: laarzen op de grond

De Franse president Emmanuel Macron heeft op 26 februari 2024 in Parijs bewust niet uitgesloten dat er op een bepaald moment Europese grondtroepen naar Oekraïne gaan. Die uitspraak over ‘laarzen op de grond’ heeft te maken met noodzakelijke afschrikking, ook al lijkt Duitsland er als niet-kernmacht weinig voor te voelen vanwege het gevaar van escalatie. Economisch gezien is de Europese Unie een reus, maar militair gezien is sprake van een dwerg. Dat Europa niet de eigen vrede en veiligheid kan garanderen is een groot probleem. Zwakke grensbewaking, drugshandel, terrorisme, Donald Trump, de inval van Rusland in Oekraïne en gebrekkige cybersecurity vormen duidelijke alarmbellen. De eerdere onverschilligheid van de Europeanen is onhoudbaar geworden.

De Europese Unie zal echt iets moeten gaan doen aan daadwerkelijke afschrikking, anders blijft bijvoorbeeld president Vladimir Poetin maar doorgaan. Het offer dat Aleksei Navalny heeft gebracht door terug te keren naar Rusland, om als martelaar het kwaad van het regime aan te tonen in een directe confrontatie met de dictatuur, roept om concrete stappen door de Europese Unie. De strijd voor vrijheid van denken en expressie vraagt om offers. Europa dient daartoe bereid te zijn. Poetin moeten worden gestopt met het veroveren van buurlanden. In oog met deze draak mogen de Europeanen niet laf of passief blijven. Het is tijd voor actie. Er is behoefte aan een EU-minister van defensie die verantwoording aflegt aan het Europees Parlement. Grote defensie-uitgaven vragen bovendien om vooruitdenken. Ook de financiering moet goed worden gepland. Navalny mag niet voor niets zijn gestorven.

De Europese sancties tegen Rusland werken onvoldoende. Wel zijn de meeste burgers van de Europese Unie intussen de noodzaak gaan inzien van een gemeenschappelijk defensie- en veiligheidsbeleid van de EU-lidstaten. Over het verhogen van het defensiebudget naar ten minste 2 procent van het bruto nationaal product is onder de meeste NAVO-landen weinig kritiek meer te horen. Wat dat punt betreft had Donald Trump eenvoudig gelijk. Op dit moment is in de Europese Unie wel sprake van enige samenwerking op defensiegebied, maar er is nog niet zoiets als een verenigde Europese defensiemacht. De krijgsmachten van de lidstaten kunnen veel beter samenwerken. Het is goed dat er al meer samen wordt geoefend aan de Oostgrens.

Deze tijd vraagt om een eigen Europese defensie-industrie. Het organiseren van de defensie van 27 lidstaten kan veel efficiënter. Een verenigde Europese defensiemacht scheelt een hoop bureaucratie. Door schaalvergroting kan slimmer worden ingekocht. Er kunnen gemeenschappelijke keuzes worden gemaakt qua schepen, tanks en wapens, waardoor ook de samenwerking tijdens conflicten zal worden verbeterd. Wat dat betreft loopt het proces van Europese integratie heel ver achter, want reeds in de jaren vijftig van de vorige eeuw was een gemeenschappelijke defensie de belangrijke doelstelling rond het streven naar Europese federalisering, toen vooral vanwege de dreiging van de Sovjet-Unie. De huidige toename van dictatoriale en militaire regimes in de wereld vraagt om meer integratie op het punt van defensie en buitenlands- en veiligheidsbeleid. Samenwerking met de NAVO blijft onmisbaar, maar de Europese Unie moet ook zelfstandig van betekenis kunnen zijn.

Jan Willem Sap

Voorzitter VDE

Amsterdam, 30 mei 2024

Use Facebook to Comment on this Post