Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de Europese integratie grote verworvenheden gebracht: vrede, voedsel, recht, welvaart en waarden. Er is voor burgers en bewoners veel om dankbaar voor te zijn over het leven in dit deel van het Europese continent, onder meer vanwege jarenlange veiligheid onder de Amerikaanse paraplu. Als men erbij stilstaat hoe het leven is in andere werelddelen, bijvoorbeeld het Verre Oosten en het Midden-Oosten, dat is vaak allemaal heel moeilijk. Er komen steeds meer autocratische leiders aan de macht, er is overal veel racisme en oorlog. China kan goedkoop produceren door mensen die dwangarbeid verrichten. Door het extreme regime in Afghanistan wordt aan vrouwen gelijke behandeling en onderwijs onthouden. In Iran vinden martelingen plaats. In India is sprake van een discriminerend kastenstelsel. Veel mensen willen naar Europa vluchten om deel uit te maken van de Europese erfenis en beschaving. Er zijn ook mensen die moeite hebben met die Europese beschaving, die het er niet mee eens zijn of die niet willen integreren. Dan zou men als weerwoord kunnen stellen: enige dankbaarheid is wel op zijn plaats. Als je niet tevreden bent over de Europese Unie, ga dan verhuizen naar een andere regio buiten de Europese Unie.
Uiteraard heeft het economische succes van de Europese Unie ook een schaduwzijde, namelijk de toenemende aantasting van de aarde door de stijging van de temperatuur. Om die reden heeft de Europese Unie sinds 2013, 2019 en 2021 extra plannen ontwikkeld ter bevordering van een duurzame toekomst. Nu dit beleid op basis van de routekaart van de Green Deal steeds meer wordt gehandhaafd vanwege (de omzetting in) bindende regelgeving, neemt de spanning toe. Op meerdere plekken blijkt de vorm van economische groei en het herstel van de planeet een pijnlijk dilemma geworden. Te denken valt aan het Nederlandse mestoverschot en de kwaliteit van het grondwater. Wordt deze toegenomen spanning tussen economische groei en het behoud van de aarde mede veroorzaakt door het liberalisme?
Het liberalisme, met zijn nadruk op individuele vrijheden, autonomie en marktwerking, wordt regelmatig bekritiseerd vanwege een vermeend tekort aan aandacht voor de gemeenschap en de lokale omgeving. Zo is het westerse liberalisme ontstaan uit tradities die het individu als autonoom moreel wezen benadrukken, wat heeft bijgedragen aan het idee van persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Dat is op zich positief. Tegelijkertijd waren er bij alle bewegingen naar boven en naar beneden altijd leuningen op de trap. Levensbeschouwelijke en godsdienstige gemeenschappen boden eeuwenlang ook sociale verbanden, morele oriëntatie en zorgstructuren. In de moderne, geseculariseerde liberale samenlevingen zijn echter veel van deze leuningen weggevallen, wat de balans tussen individu en gemeenschap onder druk heeft gezet. Gewaakt moet worden voor een grenzeloos kapitalisme.
Binnen het neoliberalisme, een economische en ideologische uitloper van het liberalisme, is de focus op het individu doorgeschoten. In het neoliberalisme staat vooral concurrentie tussen individuen centraal, en wordt de samenleving vaak voorgesteld als een marktplaats van belangen, zonder bindende morele of culturele structuur. Dat is op zich een bizarre gedachte. De middeleeuwse markt stond immers ook altijd in het licht van de normen en waarden van geloofsgemeenschappen, burgemeesters, gilden, poorters en een schout. Zo werd samen gezorgd voor ordelijk en vreedzaam samenleven. Sommige neoliberale denkers en tech-ondernemers dromen nu van een toekomstig digitaal regime: een volledig gedigitaliseerde samenleving waarin data, algoritmes en zelfoptimalisatie de plaats innemen van de menselijke maat, gemeenschappen en tradities. Het algemeen belang verdwijnt in deze visie naar de achtergrond; wat telt is alleen maar individuele winst, efficiëntie en innovatie.
Deze drang naar innovatie kan leiden tot een afbraak van cultuur. Lokale tradities, religieuze waarden en gemeenschapsstructuren worden gezien als achterhaald of belemmerend. Maar juist die structuren zijn essentieel voor de sociale samenhang, identiteit en het gevoel ergens thuis te horen. Mensen hebben niet alleen behoefte aan een ‘space’ (Europese Unie) maar ook aan een ‘place’ (de veilige stad of gemeenschap). Een liberale samenleving zonder aandacht voor culturele verankering loopt het risico te vervallen in moreel vacuüm en sociaal isolement, dat te weinig oog heeft voor de opdracht van de mens om voor de aarde te zorgen. Vandaar dat ook een markteconomie sociaal en cultureel gecorrigeerd moet kunnen worden. Dat is in de Europese Unie het geval in onze ‘sociale markteconomie’ (art. 3 lid 3 VEU).
Bovendien biedt het liberalisme ook andere wegen. In sociaal-liberale stromingen erkennen grote denkers als Amartya Sen (1933) dat ware vrijheid pas tot bloei komt binnen een context van verbondenheid, zorg en moreel besef. Het doel van ontwikkeling is volgens hem niet alleen maar economische groei maar juist de uitbreiding van menselijke capaciteiten. Vandaar het belang van goed onderwijs. Vrijheid hoeft geen breuk te betekenen met cultuur en gemeenschap; zij kan er juist door gedragen worden. Het liberalisme heeft in zijn neoliberale gedaante te weinig oog voor gemeenschap, het milieu, cultuur, de rechtsstaat en het algemeen belang. Een doorgeschoten focus op digitale vooruitgang en individuele concurrentie dreigt het sociale weefsel te ondermijnen. Maar als het liberalisme teruggrijpt op zijn culturele en morele fundamenten, geworteld in levensbeschouwing, godsdienst en traditie, kan het richting blijven geven aan een samenleving waarin vrijheid, verantwoordelijkheid en verbondenheid in evenwicht blijven.
Amsterdam, 21 mei 2025
Jan Willem Sap
Voorzitter VDE